Cevsen TR

192 bladzijden

HET GROTE SCHILD

In het minste geval is de djausjan een oprecht gebed in dichtvorm dat profetisch aandoet. Hoe het ook zij, wordt het ook tegenwoordig door vele moslims gebruikt als een metafysisch schild dat de geest beschermt tegen de negatieve invloeden, van binnen en van buitenaf, in dit roerige aardse leven.

HET KLEINE SCHILD

In vele gerespecteerde boeken wordt deze smeekbede overgeleverd met een bredere uitleg dan de doe’a djausjan al-kabier.

Deze smeekbede begint met de armzalige situatie waarin de onrechtvaardige persoon zich bevindt, de voorbereidingen en de valkuilen van hem. Er wordt benadrukt dat, zolang de persoon wie onrecht wordt aangedaan goede daden verricht, hij onder bescherming van Allah zal zijn. Daarna wordt men herinnerd aan de verschillende groepen van mensen die aan verschillende dingen te lijden hebben. Vervolgens wordt dank uitgesproken aan Allah dat al deze situaties ons gespaard blijven. Ook worden er zegeningen over de Profeet uitgesproken.

HET GEBED VAN ONDERDRUKTE

Deze smeekbede is bekend in de hele islamitische wereld en wordt gelezen om in moeilijke tijden om hulp te vragen van Allah. Het wordt door vele vrome mensen dagelijks of wekelijks gelezen.

In de versregels wordt uitgegaan van de Schone Namen van Allah en de behoefte van Zijn dienaren aan Hem. Hoe hulpbehoeftig zij zijn en dat zij bij niemand terecht kunnen behalve bij Hem. En dat Hij de Enige is die in die behoeftes kan voorzien. Er wordt in deze smeekbede plaats gegeven aan waardevolle sprituele Godsvrienden die een bijzondere plek hebben bij Allah, om dit zo nog vruchtbaarder te maken.

GOED NIEUWS EN VERLOSSINGSSMEEKBEDE

In de smeekbede worden de Schone Namen van Allah, de manifestaties en de gedragingen van de dienaar bestudeerd en als een middel aan de smeekbede toegevoegd. Dat ieder probleem een oplossing heeft, en dat allebei door Allah worden beslist. De dienaar hoeft alleen nog maar een beroep te doen op de middelen en tevreden te zijn met de uitkomst ervan.

Deze ode wordt van Indonesie tot aan Marokko door de hele wereld, door vele Godlievende groepen moslims dagelijks of periodiek gelezen.